Vandaag opent de NRC haar voorpagina met de kop “Paus hekelt zieke sfeer Vaticaan”,
waarin verslag wordt gedaan van de kerstwens van de Paus aan de curie. Het
artikel bestempelt de kerstwens van Paus Franciscus als “ongenadige kritiek” op
de curie. Klopt dat?
De kersttoespraak
van de Paus aan de curie dit jaar liegt er niet om, zo veel is duidelijk. In
het stuk, dat op de website van het Vaticaan helaas
alleen in het Italiaans beschikbaar is, zet de Paus vijftien ‘geestelijke ziekten’
uiteen. Hij zegt er expliciet bij dat hij dit doet om de mensen van de Curie
voor te bereiden op het sacrament van de Biecht. Dat klinkt niet echt
vriendelijk, of wel?
Nou, dat ligt er
maar aan hoe je het bekijkt. Aan het begin van de toespraak maakt de Paus
duidelijk dat hij van de mensen van de Curie een hoog spiritueel niveau
verwacht: het dagelijks lezen van de Heilige Mis, het regelmatig ontvangen van
het Sacrament van de Biecht, en een intens gebedsleven. “Deze dingen zijn
vitaal voor ieder van ons”, zegt de Paus, want zo bouwen we een “vitale,
persoonlijke, autentieke” band op met Jezus. Blijkbaar ziet hij zijn
medewerkers in de Curie dus toch in staat om zo’n hoog spiritueel niveau te
bereiken.
Maar een hoog
spiritueel niveau bereik je niet zo maar, dat is de ervaring van alle tijden. Iedere
Christen, iedere persoon moet zichzelf onderzoeken om te zien of hij niet
toegeeft aan één van de vele gevaren waaraan we bloot staan in het geestelijk
leven. Deze Paus heeft al een track-record opgebouwd van het waarschuwen voor
deze gevaren, zo waarschuwde hij in zijn slottoespraak van de Synode van dit
jaar, ook al voor ‘vijf bekoringen’
waar deelnemers aan de synode voor moeten waken. Het is de pastorale kant van
de Paus, die de mensen met wie hij werkt wil helpen vooruit te komen in hun
geestelijk leven, en zich te hernieuwen, door hen te helpen gewetensonderzoek
te doen.
Dus ‘hekelt de Paus de zieke sfeer in het Vaticaan’? Nou, dat is wat overdreven. Hij wil wél dat zijn medewerkers echte heiligen zijn, mensen met een intieme band met Jezus. En dat is terecht, want dat is hun krachtbron, daar zijn ze voor. En hij is hun Paus om hen aan hun roeping tot heiligheid te herinneren. Zo hoort het te zijn, en zo is het.