Wat is Pinksteren eigenlijk? Voor veel mensen in ons land is dat een grote vraag, voor weinigen een weet. Als ze dan horen dat het over de Heilige Geest gaat, wordt het vraagteken alleen maar groter: wie of wat is dat dan? Deze vraag doet bij mij een andere vraag reizen: waarom is het voor veel mensen eigenlijk zo moeilijk om de Heilige Geest te leren kennen? Dit stukje is een zoektocht naar het antwoord op deze vraag in drie etappes, die leiden via een rationalistisch geïnspireerde roman, een boeddhistisch standbeeld, en Christelijk boekje.
De lessen van mevrouw Lohmark
De zoektocht begint bij een roman die ik laatst heb gelezen omdat mijn zus me die cadeau gaf op mijn verjaardag. Het is geschreven door Judith Schalansky, heet 'De lessen van mevrouw Lohmark' en gaat over mevrouw Lohmark, een lerares biologie in de oud-DDR, die er een nogal 'biologistisch' wereldbeeld op nahoudt. In de roman worden de laatste jaren van haar docentschap beschreven, vanuit haar eigen perspectief. Al haar gedachten bij alles wat er gebeurt staan op papier. Om een voorbeeldje te geven hierbij een scene waarin mevrouw Lohmark na school haar buurman Hans ontmoet, die de hele dag alleen thuis zit.
Hans: 'En ik haal geen stomme streken uit.' Iets nalaten als verdienste. Wat- eerzaam. —Maar nu was het genoeg, Ze wilde gaan.
'Wacht even.'
Hij bukte, aaide de kat en raapte iets op.
Een losse verroeste schroef. Hij woog hem even, gooide hem in de lucht, ving hemweer op en opende zijn hand.
'Ha‚ zie je, die kan ik nog een keer gebruiken.' Hij stopte hem in de zak van zijn verkreukelde spijkerbroek. Hij was blij. Zijn dag was gered. Hij had een goede vangst gedaan, die hij zijn hol in zou slepen, bij alle andere dingen die hij ooit nog een keer kon gebruiken. In zijn reservemagazijn. Een reserveleven. Gelukskind. De zielenpoot.
'Een mooie dag nog, Hans.'
Hij had zijn portie gehad
'Ik vind het leuk als je mijn naam zegt. Dat doet goed. Gebeurt niet vaak.' Hij kneep zijn ogen tot spleetjes.
'Weet je, er is niemand die met je praat. Er wordt gewoon niet meer met elkaar gepraat.'
Hij bedoelde natuurlijk zichzelf. Hij kon het niet laten. Nam je hele hand als je hem je pink gaf. Maar nu dan echt.
Ze liet hem staan. Dat was hij gewend.
Je ziet in dit stukje dat Lohmark continu haar oordeel klaar heeft over alles wat Hans doet, en in dit geval ook de nood van haar eenzame buurman niet erg belangrijk vind.
Volgens mij zijn dit twee belangrijke kenmerken van het westers rationalisme. Een rationalist loopt de hele dag opgenomen in zijn eigen gedachtewereldje. Juist daardoor staat hij minder open voor de noden van de mensen om zich heen, voor relaties met anderen. We zullen zo zien waarom dat een groot obstakel is op de weg naar Pinksteren.
Een Iohan
Maar eerst het andere extreem. Toen ik laatst op bezoek was in het nieuwe Rijksmuseum (zoals ik al eerder schreef, zeer de moeite waard) zag ik in de Aziatische sectie dit beeld van een Iohan staan. Het is een beeld van een volgeling van Buddha die de Buddistische staat van volmaaktheid heeft bereikt. Hij luistert naar de Soetra, een geschrift dat de leer van Buddha overbrengt.
Ik vind het een mooi beeld, omdat het inderdaad een mooie weergave is van het Boeddhistisch ideaal. De Iohan straalt beheerstheid uit, iemand die echt aandacht kan hebben voor waar hij naar luistert. Het contrast met de rationalist met ronddolende gedachten is groot. De Iohan is gecentreerd op zichzelf en op het luisteren naar de Soetra. Hij is niet iemand die continu oordeelt, en hij heeft veel getraind om zich innerlijk te kunnen beheersen.
Veel mensen in onze streken hebben in de laatste tijd dan ook oosterse filosofieën omarmd om vrijer te worden van die innerlijke onrust die het westers rationalisme meebrengt. Dat is begrijpelijk, maar op een of andere manier zwakt dat toch weer wat af; het is enigszins teleurstellend gebleken. En het heeft zeker niet tot een nieuw Pinksteren geleid. Waarom niet?
Kom, Heilige Geest
Dit brengt me naar het eigenlijke Pinksteren. Voor wie het niet weet: met Pinksteren vieren we de komst van de Heilige Geest. Deze komt na de wederopstanding en hemelvaart van Jezus over de Apostelen die samen met Maria op Hem wachten. De Apostelen zijn angstig opgesloten in een binnenkamer, maar krijgen met Pinksteren opeens de innerlijke kracht en inspiratie om te vertellen over wat hen is overkomen, in het openbaar, en zelfs in talen die niet hun eigen talen zijn. Duizenden mensen bekeren zich die dag tot het Christendom, waarvan de bovennatuurlijke oorsprong volledig duidelijk te zien is. Dit is het verhaal, zoals het staat beschreven in de Handelingen van de Apostelen.
Na hemelvaart: "Toen ze de stad binnenkwamen, gingen ze naar de bovenzaal waar ze gewoonlijk verbleven: Petrus, Johannes, Jakobus en Andreas, Filippus en Tomas, Bartolomeüs en Matteüs, Jakobus van Alfeüs, Simon de Zeloot en Judas van Jakobus. Zij bleven allen trouw en eensgezind in gebed, samen met de vrouwen, met Maria, de moeder van Jezus, en zijn broers. (...)
"Toen de dag van Pinksteren aanbrak, waren zij allen op één plaats bijeen. Plotseling kwam er uit de hemel een geraas alsof er een hevige wind opstak, en het vulde heel het huis waar zij waren. Er verschenen hun vurige tongen, die zich verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten. Zij raakten allen vol van heilige Geest en begonnen te spreken in vreemde talen, zoals de Geest hun ingaf.
Nu woonden er in Jeruzalem vrome Joden, afkomstig uit ieder volk onder de hemel. Toen dat geluid opkwam, liep de menigte te hoop en raakte in verwarring, omdat iedereen hen in zijn eigen taal hoorde spreken. Ze stonden versteld en vroegen zich verwonderd af: 'Maar dat zijn toch allemaal Galileeërs die daar spreken! Hoe is het dan mogelijk dat ieder van ons de taal van zijn geboortestreek hoort? Parten en Meden en Elamieten, en bewoners van Mesopotamië, Judea en Kappadocië, Pontus en Asia, Frygië en Pamfylië, Egypte en het Libische gebied bij Cyrene, en hier woonachtige Romeinen, Joden en proselieten, Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze eigen taal spreken over de grote daden van God.'"
Het boekje dat ik ieder jaar gebruik om me op Pinksteren voor te bereiden heet 'Kom Heilige Geest' van Javiera del Valle. Zij was een zeer eenvoudige vrouw, een naaister, die door haar intieme omgang met de Heilige Geest ver is doorgedrongen tot de diepste mysteries van God. Het is geschreven voor mensen die al overtuigd Christen zijn, en graag willen groeien in de omgang met de Heilige Geest.
Één van de adviezen die zij geeft is de onthechting van het eigen ik – de eigen oordelen, gedachten, gevoelens, om meer ruimte te laten aan de inwoning van God in onze ziel. In eerste instantie kan dat een beetje lijken op wat de Iohan doet. Hij probeert immers ook zijn eigen gedachten en gevoelens onder controle te krijgen om innerlijke rust en uiteindelijk het nirvana te bereiken. Maar toch is er een heel belangrijk verschil.
Al zijn het rationalisme, met zijn continu rondvliegende gedachten, en de innerlijke rust van de Iohan ver van elkaar verwijderd, ze hebben ook één ding gemeen. Uiteindelijk zijn ze gericht op het 'IK'. De rationalist is steeds bezig met ZIJN gedachten, de Iohan met ZIJN geestelijke perfectie. En juist dat is het grootste obstakel voor een nieuw Pinksteren. Niet voor niets wachten de apostelen SAMEN op Pinksteren. SAMEN ook met Maria volharden ze in gebed, en het gebed is een gesprek met God. Het is niet hun eigen innerlijke rust die voorop staat, maar de relatie: de relatie met anderen, de relatie met God. Het Christendom gaat ten diepste over relaties, relaties van liefde. En dat is altijd weer nieuw.
De weg naar Pinksteren
Om af te sluiten kom ik terug op de vraag waarmee ik begon: " waarom is het voor veel mensen eigenlijk zo moeilijk om de Heilige Geest te leren kennen?" Ik hoop dat het antwoord duidelijker is geworden. Veel mensen die het westers rationalisme hebben geërfd hebben, zoals ik ook, moeite om niet steeds bezig te zijn met hun eigen gedachten. Als mensen daar moe van worden, zoeken ze vooral ook naar hun eigen rust, misschien met behulp van oosterse filosofieën. Maar voor een intiemere omgang met de Heilige Geest is een ommekeer nodig, een 'bekering' in de diepste zin: namelijk in eerste instantie alles doen uit liefde voor God en voor de anderen. Voor alles moeten we God voorop, de anderen daarna, en onszelf op de derde plaats zetten.
Makkelijk is het niet, maar moeilijk is dit ook niet. Het is een kwestie van willen willen. Als we willen Liefhebben, komt de Heilige Geest en schenkt ons de Liefde die we nodig hebben om het écht te doen. Al ben ik er zelf nog niet, ik heb wel al gemerkt dat God me al veel stappen die richting op heeft geholpen. Dus doe je best, en God doet de rest.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten